De ontmaskering van oorlogsmisdadiger Pieter Menten door journalist Hans Knoop was voor veel Nederlanders in de jaren zeventig een thriller die ze ‘live’ meemaakten via met name de geschreven pers. Dankzij het compacte Max-drieluik ‘De Zaak Menten’ van regisseur Tim Oliehoek is deze spannende klopjacht nu eindelijk ook in beeld gebracht.

En hoe: de serie is een klein meesterwerk dat niet alleen de Nederlanders van toen, maar ook die van nu van begin tot eind heeft gefascineerd. Want per aflevering keken rond de 1 miljoen mensen, een uitstekend aantal dat nog meer glans krijgt door de superlatieven waarmee die kijkers zich uitten: ‘met ingehouden adem gekeken’, ‘steengoede acteurs’, ‘wat een held was die Hans Knoop’.

Voor mensen die de jaren zeventig zelf hebben meegemaakt was de serie ook een feest der herkenning: tot in het kleinste detail kwam in kleding, interieurs, straatbeeld maar ook qua muziek die periode weer tot leven. 
Indringend waren de beelden van nog langer geleden, van de gruwelijkheden uit de Tweede Wereldoorlog. Ze maakten de verbetenheid waarmee Guy Clemens de rol van Hans Knoop speelde en het rotte karakter dat Aus Greidanus senior aan het personage Pieter Menten meegaf des te geloofwaardiger.

‘De Zaak Menten’ is een exemplarische serie over een van de vele intrigerende momenten uit de Nederlandse geschiedenis waarvan je hoopt dat er ieder seizoen een paar worden gemaakt. We hebben er de acteurs, de schrijvers en de regisseurs voor in huis.

En de kijkers.

De zesdelige documentaireserie ‘Schuldig’ van Ester Gould en Sarah Sylbing, over armoede en de hulpverlening aan mensen met schulden in Amsterdam-Noord, heeft al vele prijzen in ontvangst mogen nemen. Daar zaten twee journalistieke onderscheidingen tussen, een ‘Tegel’ en een benoeming van beide makers tot ‘journalist van het jaar’.

Die laatste twee prijzen wekten enige verbazing, omdat de regisseurs nadrukkelijk hadden verklaard dat ze geen journalisten waren, maar filmmakers. Het ging hun niet om met een pen in de hand precies vast te stellen wat er feitelijk allemaal speelde, maar om het tot stand brengen van een meeslepende vertelling, die de kijkers bij de lurven zou pakken. Dat laatste is in ieder geval gelukt, zo kon al direct worden vastgesteld aan de hand van de bijzonder hoge kijkcijfers voor een documentairereeks over een op voorhand weinig sexy onderwerp.
Om de kijker te verleiden hadden Gould en Sylbing onder meer studie gemaakt van populaire fictieseries met een documentair karakter, zoals ‘The Wire’ en ‘Narcos’. Ook hadden ze besloten tot een snelle, speelfilmachtige montage met meer shot-tegenshot dan traditionele documentaire stijlvormen. En ze hadden film- en theatercomponist Vincent van Warmerdam gevraagd om een pakkende score te bedenken, die zich als een worm in je brein nestelt.

De benadering van de schuldenproblematiek wisselde, net als in ‘The Wire’, voortdurend van perspectief. De kijker kon zich niet alleen identificeren met de wanhopige strijd van Dennis van de dierenwinkel tegen een permanent dreigend faillissement, of van ex-danseres Ditte met de bureaucratie van uitkeringsinstanties, maar ook met dat van de hulpverleners, de wethouder van Sociale Zaken en zelfs dat van de deurwaarder, die geen andere mogelijkheid meer rest dan tot uitzetting over te gaan. Deze problemen lenen zich immers niet tot eenvoudig moralisme of zwart-wit-denken. Het is duidelijk dat er iets scheef is gegaan in de hulpverleningsindustrie, en dat Ditte gelijk heeft als ze uitroept dat iedereen aan haar lijkt te verdienen.

Maar niet alle hulpverleners zijn bureaucraten of geldwolven, en er is ook nog zoiets als eigen verantwoordelijkheid in het aangaan van verplichtingen, zelfs als het je wel erg gemakkelijk wordt gemaakt om niet al te lang bij de consequenties stil te staan.

De makers hadden wel degelijk de bedoeling om politieke en maatschappelijke invloed uit te oefenen met hun voor een breed publiek bestemde productie. Ze hadden zelfs een zogeheten impact manager aangesteld om dit effect te optimaliseren. Als we ambachtelijkheid, authenticiteit en maatschappelijk belang als criterium kiezen voor de toekenning van de Nipkowschijf, dan is het duidelijk dat ‘Schuldig’ op al die punten hoog zou scoren. Elk van de dertien juryleden had deze titel onafhankelijk van elkaar voorgedragen om te bespreken (wat nog niet hoeft te betekenen dat alle dertien het ook het beste programma vonden).

Zeker is wel dat ‘Schuldig’ nu al lijkt af te stevenen op de status van een televisieklassieker.

In The Amsterdam Project (RTL 4) geeft Beau van Erven Dorens vijf daklozen tienduizend euro, in de hoop dat ze daarmee aan een beter leven zullen werken. Hij volgt ze een jaar lang om te kijken hoe het met hen gaat.

We leven mee met de gepensioneerde dakloze Lolle, die doorgaans charmant en geestig grijnst (“krijg nou tandjes!”), maar die ook opeens venijnig uit kan vallen tegen mensen die hem willen helpen. We leven mee met Gerrie, die de daklozenkrant verkoopt, maar die vrachtwagenchauffeur wil worden. We leven vooral mee met de jonge, mooie Chayenne, omdat ze een zoontje heeft. Een dakloze moeder met kind in Nederland in de 21ste eeuw – dat is moeilijk te verkroppen.
The Amsterdam project is Hulp-tv. Maar uitgerekend in het seizoen waarin de hulp-tv van RTL in opspraak raakt wegens slechte behandeling van de deelnemers, komt van Erven Dorens met hulp-tv die wél authentiek en integer overkomt. The Amsterdam Project stijgt ver uit boven het genre.
Dat ligt ten eerste aan de presentator zelf. Van Erven Dorens medeleven en betrokkenheid ogen echt, en slaan over op de kijker. Op naturel losse en open wijze benadert hij de deelnemers. Hij is nooit opdringerig, laat de daklozen in hun waarde, hij oordeelt niet.
Verder is dit anders dan andere hulp-tv omdat de deelnemers mogen mislukken. Van Erven Dorens is zelf de trotse uitdrager van het credo “Fail. Fail again. Fail Better’’. Dat uit zich in zijn zeer wisselvallig ontvangen oeuvre, en in zijn avonturenprogramma’s waarin hij onmogelijke uitdagingen aangaat: de heroïek van de waaghals die durft te falen.
Zo mogen ook zijn daklozen mislukken. Dat draagt bij aan de authenticiteit. Echte problemen zijn doorgaans te ingewikkeld om in een eenvoudig hulpprogramma op te lossen. Zo gaat de dakloze Alan toch weer gokken, en belandt hij na een aanvankelijke wederopstanding toch weer op straat. Misschien was het wel geen goed idee om hem tienduizend euro te geven. Het lijkt alsof Alan met zijn gokverslaving door de selectie heen is geglipt; de andere daklozen zijn nadrukkelijk niet verslaafd of geestelijk gestoord. De boodschap is immers: het kan ons allemaal overkomen.
Als dakloze Marco in een huis gaat wonen, krijgt hij meteen deurwaarders aan de deur, dus vlucht hij weer de straat op. Hij is kritisch over The Amsterdam Project, zegt dat het tv-programma hem alleen maar meer stress heeft bezorgd. Die tienduizend euro durfde hij niet uit te geven – geremd door de aanwezigheid van de tv-camera’s.
Op die manier levert het programma ook commentaar op hulp-tv en alle andere pogingen om mensen in nood te redden. Van Erven Dorens is in het programma overigens opvallend transparant over de aanwezigheid van de tv-camera. Hij waarschuwt de daklozen vooraf voor de impact van zijn programma.  Ook zijn aanlokkelijke financiële aanbod komt pas in tweede instantie, om te voorkomen dat de daklozen zich alleen voor het geld laten overhalen. Integer!
Dit is een gouden format met precies de juiste presentator. Beau van Erven Dorens heeft in zijn lange tv-carrière al heel wat zenders en programma’s uitgeprobeerd, maar afgezien van de begindagen van RTL Boulevard was er nooit een programma dat hem zo goed paste als The Amsterdam Project.

 

 

Jinek (KRO-NCRV), Pauw & Jinek: De Verkiezingen (VARA/KRO-NCRV), De Verenigde Staten van Eva (KRO-NCRV). TV-presentatice/talkshowhost Eva Jinek verdient volgens de jury een speciale vermelding voor het markante seizoen waarin zij met drie programma’s sterk in vorm was.

Het afgelopen televisieseizoen betekende de doorbraak van Eva Jinek als talkshowkoningin van de late avond. Na een aarzelende start van de naar haar genoemde talkshow ‘Jinek’ gaf de beslissing van NPO1 om haar niet langer als vervanger van Jeroen Pauw, maar als vaste speler in te zetten, de show vleugels. Ze beet zich vast in politieke gasten alsof ze Sven Kockelmann was, ging de zelfspot niet uit de weg en versloeg enkele draken, zoals balsturige of gewoon aangeschoten gasten die ernstig toegesproken dienden te worden.

Het zelfvertrouwen spatte van het scherm af, de kijkcijfers schoten omhoog en ook de samenwerking met mentor en collega Jeroen Pauw in de verkiezingsweken resulteerde in een gezaghebbend dagelijks programma, dat voor een belangrijk deel de agenda van de verkiezingscampagne domineerde. Zowel ‘Jinek’ als ‘Pauw en Jinek: De Verkiezingen’ werd genoemd in de juryberaadslagingen, maar miste net een positie bij de laatste drie en dus een nominatie.

Ook het reisprogramma naar aanleiding van de Amerikaanse presidentsverkiezingen, onder de titel ‘De Verenigde Staten van Eva’ kwam ter sprake. Gelukkig hebben we als Nipkowjury dan een joker in de mouw, in de vorm van een speciale vermelding, die in de daaropvolgende jaren niet zelden een opmaat blijkt te zijn geweest naar een echte Nipkowschijf.

You go, girl!

De jury van de Zilveren Nipkowschijf 2017 heeft besloten een Ere-Nipkowschijf uit te reiken aan filmer/documentairemaker Frans Bromet, voor zijn gehele oeuvre.

Er gaat geen jaar voorbij zonder dat de parade van kandidaten voor de Zilveren Nipkowschijf een of meer titels van documentaires of series van Frans Bromet bevat. Je zou hem een van de aartsvaders van de observerende documentaire in Nederland kunnen noemen: wars van ensceneringen, mooifilmerij of andere artistieke foefjes. Frans filmt wat zijn cameraoog ziet en vanachter die camera stelt hij vragen, die vooral bedoeld zijn om helderheid te verkrijgen. Hoezo dan? Wat bedoelt u daar precies mee? En hoe moet dan nu verder? Die stem werd meer dan een handelsmerk, eerder een soort keurmerk van onafhankelijkheid, kritische zin en tegelijkertijd persoonlijke betrokkenheid.
Het familiebedrijf Bromet staat in Nederland niet alleen voor kwaliteit, maar ook voor een toon en een mentaliteit, die je zou kunnen omschrijven als no nonsense, anti-autoritair, op een eigenzinnige manier geëngageerd en onwrikbaar. De wereld wordt niet bekeken door een Hilversumse, Haagse of zelfs Amsterdamse bril, maar vanuit het standpunt van de republiek Ilpendam, waar gewone mensen de maat slaan en ambachtelijkheid de norm vormt.
Vanuit zijn jarenlange ervaring als beweeglijke cameraman, vroeger ook van grote speelfilms, van Frank en Eva tot Ciske de Rat, ontwikkelde Bromet een stijl en een oeuvre, dat op de een of andere manier nooit verzandt in routine of voorspelbaarheid, ook al herken je een Bromet-documentaire uit duizenden. Het grote publiek leerde hem kennen door de VPRO-serie ‘Buren’ (1991-99), die tot op de dag van vandaag veel navolgers kent. In diezelfde periode maakte hij deel uit van het team van ‘Veldpost’ (VPRO), waarin oude rotten werden gekoppeld aan jonge makers, die ook voor het eerst met superlichte cameraatjes aan de gang gingen. ‘Veldpost’ won in 1997 de Zilveren Nipkowschijf.
Die overdracht aan nieuwe generaties filmmakers is ook kenmerkend voor Frans Bromet. Hij richtte zowaar een eigen filmacademie op en een van zijn meest getalenteerde studenten, Stef Biemans, wisselt nog steeds videobrieven uit met zijn leermeester.
In het afgelopen televisieseizoen trokken twee films van Bromet in het bijzonder onze aandacht: ‘Muziek op de vlucht’ (VPRO), een documentaire musical over vluchtelingen en ‘De film die nooit afkwam’ (Joodse Redactie van de EO), waarin de regisseur opnieuw terugkeert naar een episode uit zijn eigen verleden en probeert alsnog wat losse eindjes aan elkaar te knopen. Het grootste deel van zijn werk maakt Bromet tegenwoordig voor KRO-NCRV, maar uiteraard hoort hij nergens helemaal bij.
Als de Nipkowjury twintig jaar geleden had besloten om de Ere Zilveren Nipkowschijf aan Frans Bromet toe te kennen, dan waren daar zeker toen al argumenten voor geweest.

Dat het nu pas gebeurt, is bijna iets om ons een beetje voor te schamen.

De Nipkowschijf-uitreiking wordt mogelijk gemaakt door onze sponsors