Eigenlijk zou je alle prijzen van de wereld aan hem willen geven. De komiek André van Duin verdient een Grammy Award voor klassiekers als Er staat een paard in de gang en het Pizza Lied. De theaterman Van Duin zou een Tony Award mogen krijgen voor zijn zeventien theaterrevues. Als radioman verdient hij minstens een Ere Zilveren Reissmicrofoon voor De Dik Voormekaar Show.
Maar André van Duin heeft het humeur van Nederland vooral opgekrikt met zijn televisiewerk. En dat wordt nu bekroond met de Ere Zilveren Nipkowschijf.
Tientallen jaren liet hij miljoenen tv-kijkers van de bank rollen met zijn sketchshows, waarin hij pakweg 366 typetjes speelde. Flip Fluitketel, Meneer de Bok, Jan Wijdbeens, figuren die naar eigen zeggen altijd op hetzelfde neerkwamen: halve zolen met een brilletje en een hoed, die de zaak kwamen ontregelen. Van Duin gebruikte stokoude revuevormen als ruim kader waarbinnen hij erop los kon improviseren. Zijn humor is tijdloos, plat, eenvoudig te begrijpen. Hij wil ons niets vertellen of inwrijven zoals andere komieken, hij wil ons simpelweg hard laten lachen.
En net nu Van Duin op een leeftijd is gekomen dat hij verdient op zijn lauweren zou mogen rusten, neemt hij tweemaal een geheel nieuwe afslag. Hij daagt zichzelf uit door twee serieuze rollen aan te nemen die een stijlbreuk met zijn eerdere werk betekenen.
Als presentator van Heel Holland Bakt is hij nu eens niet de ontregelende komiek, maar is hij de gemoedelijke, rustige man die hij in werkelijkheid is. Een grap laat hij natuurlijk niet liggen, maar de nadruk ligt niet meer op het hilarisch ontregelen. Van Duin bezorgt ons een aangename avond door de kandidaten van de bakwedstrijd te laten schitteren. Hij begon met een achterstand, als invaller voor de geliefde Martine Bijl, maar al snel heeft hij ook in deze rol het publiek voor zich gewonnen.
De tweede rol ligt nog verder van zijn bestaan als geliefde volkskomiek. In de tv-serie Het geheime dagboek van Hendrik Groen wordt Van Duin tegengecast als anarchistische bejaarde met een sikkeneurig voorkomen. Het getuigt van grote moed en zelfoverwinning dat hij die rol aandurft. Dat hij als man van statuur zijn lot in de handen van de regisseur legt. Een regisseur die hem dwingt om juist niet grappig te doen. Steeds krijgt hij te horen: “Nee, niet die wenkbrauw optrekken. Heel leuk, niet doen.” En het werkt.
Juist doordat Van Duin zo tegen zijn komische instinct vecht, zet hij een gedenkwaardige rol neer als een man die onhandig is met zijn kwetsbaarheid en zijn warmere gevoelens. Zoals de regisseur zegt: Je kunt André van Duin zo chagrijnig maken als je wil, de kijker blijft van hem houden.”
Hierom, en om nog veel meer, en vooral omdat hij het gemoed van miljoenen mensen heeft verlicht met honderden avondjes lekker lachen, krijgt André van Duin de Ere Zilveren Nipkowschijf 2018.