Geen juryrapport beschikbaar.
Paul de Leeuw won al eens eerder een Zilveren Nipkowschijf, in 1993 voor ‘Schreeuw van de Leeuw’ en ‘De Leeuw is los’. Het nu bekroonde ‘PaPaul’ is een heel ander soort programma. Als je het ergens mee zou moeten vergelijken, dan is het De Leeuws eerdere razende televisiesatire ‘Seth & Fiona’ (1994).
In 10 jaar tijd is de televisie nogal veranderd. ‘Reality soaps’ hebben veel ‘sitcoms’ verdrongen, en wie als Bekende Nederlander niet de camera narcistisch op eigen huis, tuin en keuken richt, kan het wel schudden met de kijkcijfers.
Ook Paul de Leeuw heeft een haat-liefdeverhouding met het medium, met zichzelf en met de kijker. In dagelijkse porties liet hij ons het afgelopen seizoen meedelen in zorgvuldige gereconstrueerde ontmoetingen met zijn moeder, zijn psychotherapeut, zijn werkster, zijn adoptiekinderen en soms zelfs zijn omroepvoorzitter en zijn levenspartner. Wat echt was, en wat niet, dat mochten WIJ bedenken.
Echt was zeker het belijden van Paul de Leeuws geloof in een Balkenendeloze samenleving, waarin puistenkoppen, Marokkaanse straatjongens, witte heksen, Ruth Jacott, Cor Bakker en Wilma Nanninga één groot tolerant debat met elkaar voeren aan PaPauls keukentafel. Totdat binnen een minuut de bel gaat, en er in verband met de tijd een ander onderwerp aangekaart moet worden.
Het eerste seizoen van ‘PaPaul’ was een experiment, grensverleggend in het spelen met de conventies van het medium. Een keer konden we in verband met een depressie van de hoofdbewoner op prime time minutenlang toekijken hoe hij zwijgend op bed lag. Wie dan nog klaagt over lage kijkcijfers heeft niet begrepen hoe buitengewoon populair ‘PaPaul’ was voor een zo avantgardistisch programma. Moge de VARA in haar oneindige wijsheid de grenzen van Nederland 3 in vele richtingen blijven oprekken!