Journalist Danny Ghosen meldde zich na de val het regime van Assad razendsnel in het in chaos verkerende Syrië. Ghosen heeft zelf in het door Syrië bezette deel van Libanon gewoond en herinnert zich de angst voor het regime goed. Zijn actuele en intense reportage, die de NTR uitzond op 7 januari 2025, toont een land dat leeft tussen hoop en vrees. Gevluchte Syriërs die terugkeren naar hun land om herenigd te worden met familie. Feestende jongeren in het centrum van Damascus. Kapotgeschoten buitenwijken. Doden in verlaten gevangenissen. ‘Surrealistisch’, aldus Ghosen.
Zijn empathische gesprekken tonen de trauma’s die de bevolking tijdens de dictatuur opliep. Gepaste distantie is er als hij met een vrouw meegaat naar een gevangenis om te zoeken naar haar vermiste echtgenoot, en de vrouw het lijk van haar man denkt te herkennen. Beelden die weinig commentaar nodig hebben.
Ook onderzoekt Ghosen de verwachtingen van de Syriërs voor de toekomst. Hoe verder? Wat verwachten de Syriërs van de nieuwe machthebbers? En wat betekent dit voor de diverse bevolkingsgroepen; druzen, alevieten, soennieten, sjiieten en christenen? Je voelt de spanningen tussen de verschillende groepen. Jonge christenen delen hun zorgen over hun vrijheid en veiligheid. En een demonstratie van studenten voor vrijheid van alle geloofsrichtingen leidt tot een discussie met een rebel. Toch zeggen de meesten niets liever te willen dan samenleven in vrede.
De journalist spreekt net zo makkelijk wanhopige mensen op zoek naar vermiste familieleden als rebellen die het gezag claimen. Het kenmerkt Ghosen, die al jaren verslag doet vanuit alle uithoeken van de samenleving: betrokken, onverschrokken, en bovenop op het nieuws.
Welke vrouw kan niet naar deze documentaire kijken zonder instemmend te knikken? Welke man kan niet kijken zonder het schaamrood op de kaken? Blauwe ballen en andere verkrachtingsmythes (VPRO) gaat over wat mannen vrouwen aandoen, zonder dat ze er werkelijk bij stilstaan. Verkrachting wordt naast moord en mishandeling gerekend tot de zwaarste misdaden. Toch leidt slechts 0,4 procent van de verkrachtingen tot een veroordeling. Hoe kan dat?
En nee, het is dus zelden de vreemde man die uit de bosjes springt en je overmeestert. Het kan je beste vriend zijn. Iemand die misbruik maakt van je dronkenschap, of denkt dat hij recht heeft op jouw lichaam. Misschien wel het schokkendste aan de documentaire zijn de verhalen over de politie. Hoe aangifte doen voor nieuwe vernederingen zorgt, omdat de vrouwen niet geloofd worden, bot worden behandeld.
Het werk van Sunny Bergman is vaak spraakmakend. Haar onderwerpen en haar persoonlijke, confronterende aanpak roepen hevige reacties op. Zonder wrijving geen glans. Ze heeft een goede neus voor wat in de samenleving speelt – naar eigen zeggen omdat ze veel met activisten omgaat, die vaak vooraan lopen in maatschappelijke thema’s .
Invloedrijk waren haar films over racisme: Zwart als roet (2014) en Wit is ook een kleur (2016). Maar haar terugkerende thema is seksisme. Ze hekelde eerder het dwingende schoonheidsideaal (Beperkt Houdbaar), de hypocriete seksuele moraal (Sletvrees) en giftige mannelijkheid (Man Made). Bergman geeft in deze documentaires vrouwen een stem en spreek mannen aan op hun ingesleten, misogyne gedrag.
Bergmans onverschrokken, strijdbare houding wekt de bewondering van de Nipkowjury die haar daarom graag eert met een Speciale Vermelding.
Uitgangspunt van de reeks ‘100 Dagen in…’ is dat tv-maker Nicolaas Veul als leek, buitenstaander, stagiair gaat werken in een beroepssector. En dat niet in zomaar een bedrijf of fabriek, maar op gevoelige plekken zoals de psychiatrie, het buurtmaatschappelijk werk, het onderwijs. De presentator doet dit ten dienste van zijn eigen werk, zijn programma. Is dat verantwoord jegens leerlingen, patiënten, cliënten? Jegens tijdelijke collegae en werkgevers?
‘Niet aan beginnen’ zou een begrijpelijke reactie zijn van de betreffende instellingen, maar ook van de omroep. Helemaal nu het in deze vierde reeks om de jeugd- en gezinszorg gaat: een extreem kwetsbare setting. Maar ten vierden male bewijst Nicolaas Veul dat met totale integriteit, inzet en empathie (die trouwens niet aan te leren zijn) een indrukwekkend, maar vooral ook belangrijk programma te maken is.
Belangrijk voor ons kijkers, burgers, om te laten zien, horen en vooral voelen wat er soms met onze jongste burgers gebeurt. Belangrijk om te beseffen welke taak wij als maatschappij hebben om gezinnen te helpen het juiste spoor naar de toekomst te vinden.
Een valse start – 100 dagen in de jeugd- en gezinszorg (VPRO) maakt duidelijk hoe immens de verantwoordelijkheden zijn van de mensen die deze taak uitvoeren. En hoe belangrijk, nee, onmisbaar ze zijn voor hun pupillen. En dat terwijl deze beroepen relatief laag aangeschreven staan, zoals met de hele ‘zachte’ en zorgsector het geval is.
Hier geen meerdere eer en glorie van de presentator, maar volstrekte dienstbaarheid. Wie kijkt naar een worstelende Veul voelt respect. Voor hem, maar minstens zozeer voor zijn tijdelijke collega’s. En je ervaart diep mededogen met kinderen die buiten hun schuld een akelig valse start in het leven maken. Terwijl de kijker tegelijk leert dat ‘zielig vinden’ de kinderen geen recht doet. Gewetensvol, in letterlijke zin, is de essentie van Een valse start. Een serie die Veul confronteerde met zijn eigen geschiedenis. En menig kijker met eigen vooroordelen.
Ruwe en ongemakkelijke kennismakingen met de schaduwkanten van het leven. Dat zijn de belevenissen van zeven eerstejaars mbo’ers die worden opgeleid tot verpleegkundige in de zorg. Het verschonen, wassen, verzorgen, voeden, kleden en soms naar de dood begeleiden van bejaarden, hoogbejaarden en meervoudig gehandicapten – de jonge studenten zetten de eerste stappen in het vak beschroomd en niet zelden met fysieke weerzin.
De zesdelige documentaireserie Zorgen van Veerle Neger en Tessa Louise Pope volgt vijf jonge vrouwen en twee mannen met intense nieuwsgierigheid en een warme blik voor hun ontwikkeling. Thuis, op school en tijdens hun bijzonder karig beloonde stage. De fysieke aspecten van de zorg vormen een eerste vaardigheid die moet worden aangeleerd. De omgang met de cliënten in de thuiszorg, de psychiatrie en zorginstellingen is een tweede, die geduld, tact en grote empathie vergt.
Het is ontroerend en hartverwarmend om te zien hoe deze mbo’ers, die thuis en met hun vrienden vaak nog heerlijk grofgebekt en vrijgevochten zijn, zich in de omgang met hun cliënten ontpoppen als begripvolle en geduldige professionals. Prachtig legt de camera vast hoe ze leren incasseren, ook als een cliënt hen de huid vol scheldt, zich onbegrepen voelt, pijn lijdt, verward of angstig is. Het groeiende verantwoordelijkheidsbesef is van hun gezichten af te lezen.
Zorgen is geen succesverhaal. De schaduwkanten van het werk komen ruimschoots aan de orde: de hoge werkdruk, de worsteling van sommige mbo’ers met de theorie van de opleiding. En ook is er oog voor de beweegredenen van de student die afhaakt. Mede door die evenwichtige aanpak wint Zorgen van BNNVARA aan geloofwaardigheid en groeit bij de kijker de bewondering voor de doorzetters, die hoop bieden voor komende generaties ouderen.
Jiskefet van Herman Koch, Kees Prins en Michiel Romeyn werd van 1990 tot 2005 uitgezonden door de VPRO, een vrijplaats waar de serie alle tijd en ruimte kreeg om uit te groeien tot een absurdistisch unicum. Het zit de huidige Nipkowjury dan ook al jaren niet lekker dat het onze voorvaderen nimmer heeft behaagd om de makers te eren. Terwijl we nu, 35 jaar na de start, nog dagelijks de humor en de uitdrukkingen uit Jiskefet tegenkomen.
Hé lul. Lullo. Raarrrr. Stiften. Jack in the Box. Goeiesmorges. Wat heb jij d’r op? De Wiedergutmachungsschnitzel van Günther und Wolfgang. Juffrouw Jannie. Sta ik op de tramhalte. Toedeledokie. Tampert. Multilul. Heb je nog geneukt? Oboema. Vogel. Petor.
Eindelijk credits dus voor ‘Debiteuren, Crediteuren’ en alle andere hoogtepunten van Jiskefet. Hulde voor de bedenkers. Voor de creaties van Arjen van der Grijn. Voor het acteerwerk van vrouwen als Annet Malherbe, Beppie Melissen en Raymonde de Kuyper.
Deze late toekenning is volgens een jurylid uit de oertijd het bewijs voor de autonomie en eigengereidheid van het instituut Nipkowschijf. “En tegelijk een rake tik op de vingers van vijftien achtereenvolgende jury’s die dat onvergetelijke programma nooit lauwerden.”
Niet dat het Jiskefet door onze omissie moeite heeft gekost zich de reputatie te verwerven van een uniek hoofdstuk in de Nederlandse televisiegeschiedenis. Jiskefet is een norm geworden. Voor geslaagd absurdisme, perfecte spanningsopbouw, verrassende wendingen, en karakters en types met eeuwigheidswaarde. De makers haalden hun inspiratie niet zozeer uit de ruif der actualiteit, maar fileerden haarscherp hoe wij mensjes functioneren in roedels en kuddes. Hoe we ons laten beïnvloeden door alfamannetjes. Hoe we altijd bang zijn voor dom aangezien te worden. Hoe brutalen de halve wereld hebben. Hoe hard de realiteit is voor zwakkere broeders en zusters aan de rand van de samenleving. En hoe lachwekkend onnozel, voorspelbaar en grof we vaak zijn bij het nastreven van onze doelen.
Maar ook – om Reve inzake geouwehoer te parafraseren – hoe je onbekommerde lol maakt waar de zegen op rust.
Gefeliciteerd met de prijs. Stop die maar in die stoffige doos van je.