Collega-discjockey en voorganger in de middag bij 3FM Sander Lantinga noemde dj Frank van der Lende in een recent interview “een ruwe diamant die geslepen en gepolijst moet worden”.

Ruw is hij zeker. Stunts zijn hem niet vreemd. Zo organiseerde hij een dark room-sessie in de 3FM studio en begon zijn middagshow met een parachutesprong. Maar het is toch vooral zijn eigen geluid, eerlijkheid en liefde voor muziek die hem tot zo’n talent maken. Meer dan menig semi-lollige radio-dj kent Van der Lende zowel zijn klassiekers als de nieuwste muziek vers van de pers. In de nachtelijke uurtjes heeft hij zich met de ‘Bende van van der Lende’ een dj getoond die niet bang is om zich bloot te geven. Hij vertelt net zo makkelijk over problemen met zijn ex of over zijn gebruik van stimulerende middelen in het weekend.

Met zijn karakteristieke stemgeluid en verschijning is Van Der Lende twee meter pure rock ’n roll die je in de armen wil sluiten. De Nipkowjury wil daarom graag dj Frank van der Lende een eervolle vermelding voor de Zilveren Reissmicrofoon doen toekomen.

Toen de zenderleiding van Radio 1 in alle wijsheid besloot goed beluisterde en goed gewaardeerde nachtprogramma Casa Luna te schrappen, was er veel kritiek.

En elk nieuw programma dat deze illustere voorganger zou moeten doen vergeten, zou een moeilijke klus te doen staan.

Pieter van der Wielen zag gelijk een mooi, intelligent maar toegankelijk cultuurmagazine voor zich en stortte zich met overgave op deze uitdaging. Samen met de VPRO-collega’s die jarenlang De Avonden hadden gemaakt, wist hij in zeer korte tijd een prachtig programma neer te zetten. Hoewel dat altijd teamwork is, is de frisse toon, oprechte interesse, ‘schwung’ en intelligentie van Pieter van der Wielen veruit het beste ingrediënt van het programma.

Ook de Reissmicrofoon-jury spreekt de waardering uit voor de kwaliteiten van Pieter van der Wielen. Een heel uur interviewen, zoals hij in Nooit Meer Slapen doet, past hem als een jas. Een tak van sport die maar weinigen écht beheersen.

Goede voorbereiding, getimede nachtelijke energie en een oprechte interesse in een brede diversiteit aan gasten maken hem tot een bijzonder aangename presentator die we hopelijk nog lang blijven horen, op het verder vaak zo vervlakte Radio 1.

Sommige programma’s zijn juist zo briljant door hun eenvoud.

Zo’n programma is Twee Dingen van Omroep MAX op Radio 1. Elke werkdag om half 9 ’s avonds interviewen om beurten Elles de Bruin en Margreet Reijntjes deze of gene. Dat zijn geen ellenlange interviews die van de luisteraar vragen dat ze uren aan de radio blijven gekluisterd. Nee, een half uurtje, niet meer niet minder. En de geïnterviewde mag twee actuele onderwerpen kiezen. Eentje daarvan mag een meer persoonlijke insteek hebben. Dat levert een mix op die er voor zorgt dat er altijd wel iets wordt besproken waardoor de luisteraar blijft hangen.

Gasten variëren van schrijvers en journalisten tot politici, CEO’s uit het bedrijfsleven en kunstenaars. De ontspannen maar geïnteresseerde en waar nodig kritische manier van interviewen van De Bruin en Reintjes maakt dat gasten vaak openhartig vertellen. Zo simpel als het programma lijkt, is het niet.

Maar het werkt wel degelijk.

Het hoorspel is een hardnekkig genre. Al ontelbaar vaak doodverklaard, maar telkens toch weer present – al is het vaak in uurtjes die niet erg in de running liggen.

Daarom was het des te opmerkelijker dat het onvolprezen VPRO-programma OVT dit voorjaar de zesdelige serie De Oorlogskoningin uitzond, op de late zondagochtend die heel wat meer luisteraars trekt. Wat die luisteraars te horen kregen, waren de herinneringen van koningin Wilhelmina aan haar Londense tijd, anno 1962 verteld aan haar kleindochter Irene. Fictie gebaseerd op research, naar het specialisme van schrijver Thomas Ross die een brutaal beeld van de koningin schiep – niet de stoutmoedige moeder des vaderlands, die we uit de geschiedenisboeken kennen, maar een vrouw met veel meer nuanceringen die ook benepen en burgerlijk kon zijn.

De Oorlogskoningin was bovendien méér dan een regulier hoorspel, maar een kunstzinnige collage van geluidseffecten, muziek en dialogen, waar een woord bij past dat we zelden meer horen: radiofonisch. Een spannende vormgeving, die dubbel en dwars bewees dat geluid genoeg kan zijn om beelden op te roepen.

In de hoofdrollen: Petra Laseur als een kordate koningin, Marcel Hensema als haar listige schoonzoon en Sigrid ten Napel als nieuwsgierige Irene. Regie: Renée van Marissing en Marlies Cordia. Een productie van De Hoorspelfabriek, die vorig jaar ook al genomineerd werd voor een Zilveren Reiss-microfoon.

De Nipkowschijf-uitreiking wordt mogelijk gemaakt door onze sponsors