Het is een verbijsterend verhaal: een groep van 51 Joodse kinderen die, op één na, als wees de Tweede Wereldoorlog en een reeks concentratiekampen wisten te overleven. Waarom werden zij, niet  zoals veel andere kinderen, door de Duitsers niet naar de gaskamers gestuurd? Wat kunnen ze zich nog herinneren van die tijd, waarin ze, zonder ouders of begeleiders, werden gedeporteerd en hoe is het ze na de oorlog vergaan?

Rob Trip maakte samen met zijn NOS-team van deze verbijsterende onbekende geschiedenis een gedegen, diepgaande maar ook relatief compacte documentairereeks. De combinatie van scherp onderzoek, indringende vormgeving en effectief gesneden interviews met de overlevenden maakte diepe indruk op de jury.

Zelden gaf de immer onkreukbare Trip zoveel bloot van zijn eigen emotionele betrokkenheid. Je hoort hem verbijsterd zijn als holocaustoverlevende Lous Steenhuis-Hoepelman zegt: ‘Wat ik me eigenlijk niet kan voorstellen is dat er Nederlandse politiemannen zijn geweest die naar dat adres in Amsterdam-West zijn gegaan, hebben aangebeld en mij hebben meegesleept. Ik was drie jaar. Daar staat mijn verstand bij stil. Hoe kan dat!’ Tijdens het luisteren val je van de ene verbazing in de andere.

Loek, die net iets ouder is dan Lous, kan zich flarden van een treinreis herinneren. Hij weet nog dat hij in Duitsland wilde dieren zag, in kooien. Toen hij na de oorlog werd herenigd met zijn familie geloofde niemand hem. Hij werd zelfs in een inrichting opgenomen om van zijn waandenkbeelden af te komen. Hij bleek, ontdekte men later, al die tijd gelijk te hebben gehad. De trein was voorbij een circus met leeuwen en tijgers gereden.

Alle verhalen, van de oorlog, die nooit meer uit de kinderen is gegaan, van het niet meer kunnen hechten, het nooit meer thuis voelen in eigen land zijn hartverscheurend. Het zijn verhalen van alle tijden. Ook in Afghanistan, Jemen en Oekraïne zijn kinderen het slachtoffer van oorlog. En daarom blijven de 51 onbekende kinderen van Kamp Westerbork vertellen wat het betekent om opgesloten en uitgesloten te worden om wie je bent.

Trip heeft na STAAKT, STAAKT, STAAKT! Weer een Tweede Wereldoorlogpodcast gemaakt die wat ons betreft kan worden toegevoegd aan de verplichte stof van het vak geschiedenis op de middelbare school.

Jet Berkhout (41) is vlaggendraagster van het nieuwe, toegankelijker Radio 4. De in 1975 ontstane publieke radiozender voor klassieke muziek koos decennialang voor een puristische en primair musicologische benadering. Ook Berkhout, sinds 2011 als redactrice werkzaam voor Radio 4 en sinds 2017 een van de presentatoren van De Muziekfabriek (AVROTROS), weet waarover zij praat, maar ze is vooral een maakster van prettige radio, net als haar generatiegenoten en medepresentatoren van het lunchprogramma, Carine Lacor en Jan van Poppel.
Tegenover de deejay die popplaatjes aankondigt stond altijd de deftige en vaak afstandelijke presentator op de klassieke zenders. Dat de nieuwe generatie makers op Radio 4 soms ook wel deejay wordt genoemd,  is niet vreemd, want zij ‘schuiven’ zelf. Door zelf de techniek van hun uitzendingen te doen, geven zij hun uitzendingen meer vaart en ‘flow’ mee. Het ‘witje’ van vijf seconden na elke plaat is op ‘4’ dan ook niet langer verplicht.
Net als haar generatiegenoten kan Jet haar gehoor ongestraft tutoyeren. Het past bij de toegankelijke manier van radiomaken die zij mede heeft weten te introduceren. Met kennis van zaken en tegelijk laagdrempelig vertellend over de muziek die zij draait, slaat Berkhout een brug naar haar publiek. Niet alleen op de radio, maar ook in de podcastseries ‘Beethoven is meer dan een hond’ en ‘Alle wegen leiden naar Morricone’. Ze schreef al eens een boek over haar omzwervingen in de thuiszorg, wie weet volgt er een boek waarin die klasgenoot op de lagere school figureert die tot haar verbazing niet wist wie Mozart was. Tv-kijkers zagen haar al in het Prinsengrachtconcert en bij Maestro. Een programma als Podium Witteman leek haar vorig jaar nog te hoog gegrepen. Bovendien: dat programma hééft toch al een presentator, zei ze toen.
De jury van de Zilveren Reissmicrofoon eert pleitbezorger voor de klassieke muziek Jet Berkhout.

(Foto Elvin Boer/AVROTROS)

Bureau Buitenland (VPRO) is een programma dat niet meer weg te denken is van NPO Radio 1. Het kent een lange geschiedenis en vele uitzendtijdstippen. Het heeft zich nu midden in de dag genesteld, tussen half 2 en 2 uur ’s middags. Het laat ons daar horen dat de wereld veel groter is dan wij in het Westen vaak denken. De werkelijkheid is zoveel gelaagder en genuanceerder dan het harde nieuws ons vaak doet geloven.

De presentatoren, Tim de Wit en Sophie Derkzen, zijn buitengewoon goed ingevoerd in de onderwerpen die ze met hun deskundige gasten bespreken. Dat kunnen opiniemakers zijn, correspondenten, politici, inwoners van een land waarover het op dat moment gaat. Ze hebben gemeen dat ze ons perspectief op de waarheid of wat daarvoor moet doorgaan veranderen.

Dit werd bijvoorbeeld duidelijk toen Rusland Oekraïne binnenviel. In de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties veroordeelden 121 landen de inval. Dat werd in de berichtgeving gepresenteerd als een overwinning van de vrijheid. Slechts 35 landen onthielden zich van stemming. Maar welke landen waren dat? Dat is een typische Bureau Buitenlandvraag. Het waren landen die samen meer dan de helft van de wereldbevolking vertegenwoordigen.

Of het nou gaat over de verkiezingen in Libanon, het conflict tussen Saoedi-Arabië en Iran of over de vele journalisten die tijdens het uitoefenen van hun werk worden vermoord, er wordt journalistiek van een hoog niveau bedreven, die wij gedurende de rest van de dag op Radio 1 af en toe node missen.

Bureau Buitenland is een schraag onder de zender en is, in een steeds onrustiger wordende wereld, urgenter dan ooit, om het woord dat zo vaak te pas en te onpas wordt gebezigd maar eens te gebruiken. Het is een rots in de branding van licht en luchtig.

(Foto Wendy van Bree)

Tim op het Broek presenteert vanaf dag één op de reïncarnatie van KINK, het digitale radiostation met alternatieve popmuziek dat in 2019 terugkeerde. Vele jaren had hij al bij de regionale publieke zender L1 achter de microfoon een breder publiek geboeid. Zijn zachte G en eigenheid heeft hij gehouden, maar zijn enorme liefde voor muziek kan bij KINK in de volle breedte worden geëtaleerd. Je hoeft alleen maar mee te kijken via de webcam om te zien hoe Tim tijdens de nummers aan het meezingen of aan het luchtdrummen is.

Maar in wat Tim te vertellen heeft, onderscheidt hij zich pas echt. Zijn teksten zijn doordacht, zijn voorbereiding Spitseriaans (Frits Spits-achtig zo je wilt). Hoewel hij ook uitstekend met de luisteraar aan de lijn kan improviseren. Dan is hij die vriend waarmee je naar de kroeg of een concert wil gaan. Hij is geïnteresseerd in ieders verhaal, zoals toen hij geraakt was door een arts op de IC die tijdens de coronapandemie een plaat aanvroeg maar eigenlijk veel meer te vertellen had. In de laatste week van 2021 draaide Tim in zijn eentje dagelijks 18 uur de Album Top 1000 van KINK om zo geld op te halen voor de longverpleging. Vlak nadat Rusland Oekraïne was binnengevallen legde Tim contact met een alternatief radiostation aldaar, om te horen hoe zij als verzetszender proberen te overleven.

Het maakt de uren van Tim op KINK uniek. De kracht van radio is hier in volle glorie te horen. KINK drijft op deze authentieke en bevlogen radiomaker die hier vast niet z’n laatste plek op de nationale radio heeft gevonden.

(Foto Jessie Kamp)

 

 

Altijd warm, altijd dienstbaar aan de uitzending. In zijn inmiddels een halve eeuw beslaande audiocarrière heeft Hans Hogendoorn ons geleerd wat het verschil is tussen een stem hebben en een stem zijn. Dat laatste vergt oefening, doorlopend onderhoud en consciëntieuze aandacht voor de verwoording en intonatie van elk detail. De audio-techneut en de presentator die Hogendoorn allebei ook is, smolten de afgelopen decennia samen tot het sonore, indruk makende, urgentie oproepende maar toch nooit overtrokken auditieve uithangbord van de NOS en Radio 1. Ook nu zijn rol daar inmiddels is veranderd, blijft Hogendoorns staat van dienst gekruid door zijn piratenverleden, zijn jarenlange werk voor de Wereldomroep en zijn nog altijd doorlopende escapades bij eigentijdse nichezenders.

De stem der stemmen markeert een tijdperk in de levende Nederlandse radiogeschiedenis. De jury van de Zilveren Reissmicrofoon hoopt nog jarenlang van het vakmanschap van Hogendoorn te mogen genieten. Wát een stem is die man.

(Foto Wendy van Bree)

De Nipkowschijf-uitreiking wordt mogelijk gemaakt door onze sponsors