Hadden Willem-Alexander en Máxima het maar eerder geweten. Dan hadden ze geen minuut geaarzeld en Oeke Hoogendijk gevraagd voor die spannende, onthullende en meeslepende documentaire over de jurk. De jurk: dat Vermeer-blauwe gewaad, ontworpen door Jan Taminiau, waarin koningin Maxima haar onderdanen op slag betoverde. Wat zou het prachtig zijn geweest wanneer we daar, álles van hadden mogen zien: van de wens en de gedachte tot het ontwerp, de ongetwijfeld weer eens weerbarstige praktijk, het fragiele borduurwerk op dat ragfijne voile, het meten, het passen, de stress, en dat alles culminerend in die grandioze finale, op 30 april op het Paleis van Amsterdam.
Het is precies wat regisseur Hoogendijk deed met Het nieuwe Rijksmuseum, het vierluik dat werd uitgezonden in Het uur van de wolf (NTR). Wat ‘simpelweg’ een documentaire moest worden over een verbouwing, ontaardde in het magnum opus van een meesterverteller. In tien jaar tijd vergaarde Hoogendijk honderden uren beeldmateriaal, met chirurgenoog gefilmd door Sander Snoep en Gregor Meerman. Geen detail ontging hen. Ze leken aanwezig bij elke vergadering van belang, van de inspraakavond met de fietsersbond tot de directionele lunches met mopperige Spaanse architecten, slaperige interieurontwerpers en de ambtelijke Rijksgebouwendienst. Dat is al bewonderenswaardig, maar wat haar prestatie zo groots maakte, is het eindresultaat. Een helse obductie van bureaucratisch Nederland, waar fietstunneltjes, stadsdeelraden en duiven een miljoenenvergende operatie dwarsboomden. Een slopend gevecht tegen, in de woorden van directeur Wim Pijbes, ‘het hatsekidee van de Amsterdamse tofheid’.
Dankzij Hoogendijk en haar team kan niemand meer het Rijksmuseum passeren zonder te denken aan alle tegenslag en de bitter-ironische gelaatsuitdrukking van directeur Wim Pijbes in dat ene fragment waarin hij licht wanhopig zei: ‘Ik ben meer met fietsers bezig dan met Rembrandt. Dat is mijn lot.’
Hoogendijk had alle tv-critici te pakken, en niet alleen hen. ‘Een monumentale serie, met een observerende stijl en tragikomische verteltrant, vooral door de sublieme montage’, schreef NRC Handelsblad. Trouw: ‘Een kafkaiaanse tragikomedie in vier bedrijven’. De Volkskrant: ‘Een topstuk’. Het Parool: ‘Hoogendijk slaagt er voortdurend in om achter het grote verhaal van een hels complexe renovatie de juiste personages op te voeren.’
Het vierluik oogde als een bloedstollende thriller, waardoorheen in elke aflevering de liefde schitterde voor de kunst en haar conservatoren. Mede door de muziek van Maurice Horsthuis spannend tot op de laatste minuut. En zelfs nog daarna. Zoals de Volkskrant schreef over het vierde en laatste deel, uitgezonden op zondag 13 april: ‘Het is maar goed dat het museum een dag eerder officieel opent. Je zou er alsnog aan gaan twijfelen.’
Het nieuwe Rijksmuseum is kortom een meesterwerk, dat deze jury met blinde bewondering bijzet in de Eregalerij. De productie krijgt de Zilveren Nipkowschijf 2013.