Het indrukwekkendste televisieprogramma van het afgelopen seizoen duurde acht uur en bood aan beeld en geluid nauwelijks meer dan vier zittende en pratende oudere mannen. Zulke televisie wordt soms minachtend omschreven met de term “talking heads”. Toch ziet de jury in “Nauwgezet en wanhopig” het afdoende bewijs dat pratende mensen de boeiendste, spannendste, ontroerendste en meest confronterende televisie kunnen opleveren.
Het pratende gezelschap mocht er natuurlijk wezen en de vraag zou zich kunnen voordoen of de jury niet eigenlijk de kwaliteiten van de acteurs Marquez, Kanrád, Semprun en Steiner bekroont. Die immers op indrukwekkende wijze, deels via hun autobiografie, de geschiedenis van deze gruwelijke eeuw vertelden en de vragen rond ideologieën, goed en kwaad, hoop en wanhoop en die naar de zin van liet bestaan, trachten te beantwoorden.
Maar dat zou zwaar tekort doen aan de verdiensten van Wim Kayzer die, zelf ook een gedreven zoeker, deze vier bereid vond niet alleen met hem in zee te gaan, maar ook een situatie schiep waarin zij bereid waren tot op het bot door te gaan op zijn vragen. Een proces dat hen soms zichtbaar emotioneerde en dat een aantal dramatische scènes opleverde.
Bovendien bracht Kayzer door zijn montage de schijnbaar losstaande verhalen niet alleen met elkaar in verband, maar ook werden ze tot een commentaar op elkaar. Ook al gaf Kayzer in zijn, incidentele, verbindende tekst sommige van die dwarsverbindingen aan, bovenal leidden verhalen en montage tot voortdurende denkactiviteit van de kijkers.
Zelden zal een televisieprogramma tot zoveel discussie achteraf hebben geleid in de kring van geïnteresseerden. Wim Kayzer heeft zich eerder, op de radio en voor de televisie, onderscheiden door belangwekkende programma’s, waarin hij op zoek gaat naar antwoorden op grote filosofische, morele, ethische en politieke vragen.
Een recent voorbeeld daarvan is zijn reeks “Beter dan God”, over dilemma’s en gevaren rond genetische manipulatie. In haast al zijn werk verenigt Kayzer de eigenschappen van een openbaar aanklager en een pitbullterriër. Soms vraagt de luisteraar/kijker zich af of het soms Kayzer zelf is die beter is dan God.
Een van Kayzers vier, Konrád, zegt in zijn roman “Tuinfeest”: “Het is goed dat een mens niet te veel weet. Onder de last van volledige kennis zou iedereen bezwijken”. Het is duidelijk dat Konrád daarbij niet alleen op de kwantiteit doelt, maar ook op de verschrikkingen die volledige kennis bevat.
Kayzer echter, moet en zal weten, nauwgezet en wanhopig, ver voorbij grenzen van veiligheid, beleefdheid, fatsoen. Wat wij niet durven vragen aan een ander of onszelf, vraant hij. De wereld deugt niet en soms lijkt hij dat haast met wellust aan te tonen. Maar het levert altijd weerbarstige, moeilijke programma’s op van grote waarde. En in het geval van “Nauwgezet en wanhopig” een televisiemonument, een kunstwerk. De VPRO dient geprezen voor het lef hem dit te laten maken.