Er zijn vermoedelijk weinig mensen op aarde die ervan opknappen om met een koffer boeken op hun alpinopet door het oerwoud te waden. De Engelsman Redmond O’Hanlon wel. Ooit gebruikte hij een theezeefje – geen Brit gaat natuurlijk op expeditie zónder – om zijn geslachtsdelen te beschermen tegen opdringerig gedierte en dat is nog maar een van de vele amusante eigenaardigheden die aan deze schrijver en avonturier uit Oxfordshire kleven.
O’Hanlon was de ster van Beagle, de VPRO-serie over Darwin, en afgelopen maanden trad hij voor dezelfde omroep in het voetspoor van zijn favoriete, negentiende eeuwse avonturiers. De VPRO had geen betere gids kunnen uitkiezen. O’Hanlon is erudiet, geestig, excentriek en een begenadigd verteller. Als hij in de avondzoelte van Gabon ontdekkingsreiziger Paul du Chaillu citeert over zoiets gruwelijks als kannibalisme, is zijn onderkoelde conclusie: “Wat een pakkende dialogen toch én prima details.”
Hij ging ze allemaal na, zijn favoriete helden: Du Chaillu, Edward Drinker Cope, Othniel Charles Marsh, Salomon Auguste Andrée, Nikolaj Przewalski en Percy Fawcett. Deze voor velen onbekende namen kwamen dankzij het verteltalent van O’Hanlon en de bekwame regie van Roel van Broekhoven en Maaik Krijgsman opnieuw en onweerstaanbaar tot leven.
De ruzies tussen Cope en Marsh over fossiel materiaal, de mysterieuze verdwijning van Fawcett in de Braziliaanse jungle of de nog steeds voortgaande verering van Przewalski in Rusland, O’Hanlon vertelde het alsof hij er zelf bij was geweest. En riep daardoor bij de kijker een verlangen wakker naar die ver vervlogen tijd, toen een groot deel van de wereld nog onbekend was.
O’Hanlon is VPRO’s ideale antropoloog. Hij draagt het verhaal met zijn volle gewicht, ordent en brengt in kaart, maar oordeelt nooit. Zijn nieuwsgierigheid en ironie maken ons wijzer over de wereld, ook al is die zogenaamd al ontdekt. Een predikant in Gabon vertrouwde O’Hanlon toe dat kannibalisme in dat land nog steeds bestaat. Alsof dat voor veel kijkers al niet verbijsterend genoeg was, vertelde de dominee met culinaire toewijding hoe de mens hedentendage wordt uitgeserveerd. “Mijn leraar Engels is in 1989 gegarneerd met komkommer.”
Op zo’n moment weet je weer waarom er zoiets is als publieke omroep: Om ons over de grens te laten kijken. Ook al doen steeds minder omroepen daartoe een serieuze poging.
De Zilveren Nipkowschijf 2012 voor het beste televisieprogramma gaat naar de VPRO-reisserie O’Hanlons helden.