Een bestaande serie, een succes van vroeger, en daar een nieuwe versie van – dat is vragen om moeilijkheden. Maar de remake van ’t Schaep met de 5 Pooten, de legendarische reeks van Eli Asser en Harry Bannink uit het seizoen 1969-1970, was helemaal raak.
Dankzij de door Frank Houtappels gerenoveerde scripts, de fantasievolle casting, de acteurs die met zichtbaar plezier aan het werk waren zonder opgelegd leuk te doen, en de regie die precies het juiste midden wist te houden tussen de ironie van de retrosfeer en de charme van het origineel. Geen wonder dat het nieuwe Schaep in 2007 niet alleen een miljoenenpubliek, maar ook de Nipkowjury bekoorde; de serie haalde toen zelfs de finaleronde, die uiteindelijk werd gewonnen door het documentaireproject Sporen naar het Oosten van Rob Hof.
Einde verhaal, dacht menigeen. Maar toen kwam het bericht dat de KRO had besloten bij de producenten IDTV en Kemna & Zonen een tweede Schaep-serie te bestellen. Hoewel de originele verhalen én de liedjes op waren, moest er tóch een vervolg komen. Dat leek op uitmelken. De locatie zou veranderen in een camping en de liedjes werden voortaan geput uit wat er voornamelijk in de jaren zeventig populair was in het Nederlandse liedjesrepertoire. Alom werden de wenkbrauwen gefronst.
Tot begin dit jaar het resultaat werd uitgezonden. Toen bleek dat ’t Vrije Schaep, zoals de nieuwe serie heette, allerminst een zwak afleggertje van de eerste reeks was geworden. Integendeel: dit was geen remake, maar een volkomen oorspronkelijke aaneenschakeling van verhaaltjes en liedjes, waarin Houtappels de personages van Eli Asser verder had uitgewerkt en des te meer tot leven gewekt – elk met een eigen karakter en eigen, vaak hoogst origineel woordgebruik. In veel comedyseries staan de figuren in dienst van de grappen, maar hier was het andersom. De grappen – verbaal en visueel – kwamen voort uit de karakters en de situaties. En de soms verrassend nieuw gearrangeerde liedjes waren precies passend in de licht-nostalgische sfeer die in de acht afleveringen werd opgeroepen.
Het was geen camp, het was geen kitsch, het was veel subtieler, en daardoor sprak ’t Vrije Schaep uiteenlopende kijkersgroepen op verschillende manieren aan. Zelfs het feit dat ook alle buitenlocaties in de studio waren gebouwd, hielp mee om te knipogen naar het net-echte zonder ook maar iets van de geloofwaardigheid aan te tasten.
En iedereen was op z’n best. De vaste acteurs: Pierre Bokma, Loes Luca, Marc-Marie Huijbregts, Carry Tefsen, Georgina Verbaan, Jenny Arean, Bianca Krijgsman, Laus Steenbeeke en Ton Kas. De regisseurs: Joram Lürsen, Frank Krom, Norbert ter Hall en Pieter van Rijn. En alle andere medewerkers. Allemaal samen blonken ze uit in een genre dat misschien wel het moeilijkste van allemaal is: de tv-comedy. Nergens anders kan het zó gauw misgaan. Maar het ging goed, zó goed dat de Nipkowschijf voor het beste programma van het seizoen dit jaar is toegekend aan ’t Vrije Schaep.